Wifi Troubleshooting

Interferentie op je wifi-netwerk: de stille prestatiekiller

Door WifiQ6 min lezen

Leer wat co- en adjacent-channel interferentie is, hoe je het herkent, meet en oplost. Met praktische tips, fouten om te vermijden en concrete winst.

WIFI TROUBLESHOOTING

Door WifiQ6 min lezen

Wat is wifi‑interferentie (CCI en ACI)?

Interferentie is onzichtbare ruis die je wifi‑prestaties aantast. In drukke omgevingen vechten apparaten om dezelfde ether. Twee vormen zijn cruciaal: co‑channel interference (CCI) en adjacent‑channel interference (ACI). Bij CCI delen meerdere access points en clients hetzelfde kanaal; ze moeten om de beurt zenden, waardoor wachttijden en vertraging toenemen. Bij ACI overlappen kanalen elkaar, waardoor frames elkaar storen en opnieuw verstuurd moeten worden.

In 2,4 GHz zijn alleen kanalen 1, 6 en 11 niet‑overlappend bij 20 MHz. In 5 GHz zijn er meer schone kanalen, maar brede kanaalkeuzes (80/160 MHz) vergroten de kans op ACI. 6 GHz (Wi‑Fi 6E) biedt veel extra spectrum, met minder legacy‑ruis: "Wi‑Fi 6E operates in the 6 GHz band, offering more spectrum and less interference" (Wi‑Fi Alliance, https://www.wi-fi.org/discover-wi-fi/wi-fi-6e).

Hoe herken je storingen in de praktijk?

Gebruikers ervaren interferentie als traag internet, haperende videovergaderingen, time‑outs en lage doorvoer ondanks sterke signaalsterkte (RSSI). Ook zie je een hoge latency en jitter, of veel pakketverlies bij speedtests. In beheerportals vallen pieken in kanaalbezetting (channel utilization) op, terwijl de client dicht bij een access point staat.

Een typisch signaal is dat prestaties op een rustig kanaal direct verbeteren, of dat problemen vooral op 2,4 GHz spelen en minder op 5/6 GHz. Bij ACI zie je vaak redelijk signaal maar wisselende snelheden door overlapping met naburige kanalen.

Belangrijkste oorzaken: wifi en niet‑wifi

Wifi‑bronnen: te veel access points op hetzelfde kanaal (CCI), overlappende kanalen (ACI), te brede kanaalbandbreedte in een dicht netwerk, te hoog zendvermogen waardoor cellen elkaar overschreeuwen, en een slechte kanaalre‑use.

Niet‑wifi‑bronnen: magnetrons, babyfoons, DECT‑telefoons, Bluetooth, draadloze camera’s en sommige IoT‑zenders. Apple vat het helder samen: "Devices such as microwave ovens, cordless phones, and Bluetooth devices may interfere with Wi‑Fi" (Apple Support, https://support.apple.com/HT201542). Dikke muren, metaal en glas dempen en reflecteren signalen, wat multipad en variabele SNR veroorzaakt.

Detectie: meten is weten

Begin met een site survey. Meet per ruimte de signaalsterkte (RSSI), signaal‑ruisverhouding (SNR), kanaalbezetting en het aantal BSS’en op elk kanaal. Gratis wifi‑analyzers tonen kanaaldiagrammen; professionele tools meten ook niet‑wifi‑bronnen via spectrum analysis.

Controleer in je controllerlogs waar retries, frame errors en roaming‑vertragingen optreden. Let op: veel clients met sterk signaal maar lage doorvoer op één kanaal wijst vaak op CCI. Overlap met buren en frequent wisselende datarates wijst op ACI. Meraki adviseert expliciet: "Use non‑overlapping channels (1, 6, 11) in 2.4 GHz and avoid wide channels in dense deployments" (Meraki, Channel Planning Best Practices, https://documentation.meraki.com/MR/Wi-Fi_Basics_and_Best_Practices/Channel_Planning_Best_Practices).

Mitigatie en best practices

Pak CCI en ACI gestructureerd aan:

  • Kanaalplanning: 2,4 GHz alleen 1/6/11 (20 MHz). In 5 GHz kies 20/40 MHz in drukke omgevingen; 80/160 MHz alleen waar weinig buren zijn. Overweeg 6 GHz voor extra capaciteit (Wi‑Fi Alliance).
  • Vermogen en celgrootte: verlaag zendvermogen op 2,4 GHz en laat 5/6 GHz het werk doen. Zo beperk je overlap en verbeter je roaming.
  • AP‑plaatsing: dekking zonder overdekking. Plaats AP’s weg van obstakels, metalen plafonds en magnetron‑rijke zones (pantry’s).
  • Band steering en client load balancing: stuur dual‑band clients naar 5/6 GHz en voorkom overbelasting van één BSS.
  • Airtime‑fairness en minimale datasnelheden: knip legacy snelheden (bijv. 1/2/5.5/11 Mbps) waar verantwoord, zodat trage clients minder airtime opeisen.
  • Detectie niet‑wifi ruis: verplaats storende apparaten of scheid frequenties (bijv. zet IoT op 2,4 GHz, productiviteit op 5/6 GHz).
  • DFS‑kanalen: gebruik ze waar toegestaan en stabiel; monitor op false positives (radardetectie) en fallback‑gedrag.

Documenteer wijzigingen en test opnieuw met metingen en praktijkcases (streaming, VoIP, file‑transfer).

Veelgemaakte fouten om te vermijden

  • Overal 40/80 MHz aanzetten ‘voor snelheid’ in een druk kantoor (veroorzaakt ACI).
  • Te hoog zendvermogen waardoor cellen elkaar overschreeuwen en roaming hapert.
  • Blindelings auto‑channel gebruiken zonder RF‑profielen of vaste grenzen.
  • 2,4 GHz overlappende kanalen gebruiken (bijv. 3, 4, 8) in 20 MHz.
  • Geen onderscheid maken tussen wifi‑ en niet‑wifi‑interferentie; je mist de echte boosdoener.

Wat levert aanpakken van interferentie op?

Technisch: stabielere latency, hogere netto‑doorvoer, minder retries en betere VoIP/video‑kwaliteit. Gebruikers ervaren sneller laden, minder haperingen en voorspelbare prestaties. Beheer wordt eenvoudiger door lagere foutpercentages en minder brandjes blussen.

Zakelijk: productiviteitswinst, minder storingsmeldingen en lagere TCO door efficiëntere airtime. Risico’s dalen: kritieke apps (POS, scanners, E‑health) werken betrouwbaarder. Zoals Meraki samenvat: "Good channel planning reduces contention and improves overall capacity" (https://documentation.meraki.com/MR/Wi-Fi_Basics_and_Best_Practices/Channel_Planning_Best_Practices).

FAQ

Veelgestelde vragen

Antwoorden op de meest gestelde vragen over WiFi

Professionele WiFi Ondersteuning Nodig?

Wil je zeker weten waar jouw wifi vastloopt? Plan vandaag een snelle RF‑healthcheck of vraag een kanaalplan op maat aan. We meten, optimaliseren en leveren direct merkbare winst.

VERDER LEZEN

Aanbevolen artikelen

Meer expert kennis over enterprise WiFi optimalisatie

1