Algemeen & Specifiek

Signaalsterkte (dBm) en SNR: zo lees je de waarden

Door WifiQ6 min lezen

Wat betekenen dBm en SNR? Ontdek duidelijke drempelwaarden voor wifi en mobiel, hoe je ze meet en praktische tips om je signaal en stabiliteit te verbeteren.

ALGEMEEN & SPECIFIEK

Door WifiQ6 min lezen

Wat is dBm en hoe lees je het?

dBm is een maat voor vermogen op een logaritmische schaal, met als referentie 1 milliwatt (0 dBm = 1 mW). Omdat het ontvangen radiosignaal meestal zwak is, zie je vaak negatieve waarden: −50 dBm is sterker dan −80 dBm. Elke 3 dB komt ruwweg overeen met een verdubbeling of halvering van het vermogen; 10 dB staat ongeveer gelijk aan een factor tien. In veel wifi‑tools heet de meting RSSI, maar die wordt doorgaans in dBm getoond. Onthoud: hoe dichter bij 0 dBm, hoe sterker het signaal, maar té veel zendvermogen lost storingen of drukte niet op.

Wat is SNR en waarom is het cruciaal?

SNR (Signal‑to‑Noise Ratio) drukt de verhouding uit tussen het nuttige signaal en de ruisvloer. Het wordt in dB weergegeven: SNR ≈ signaal (dBm) minus ruis (dBm). Voorbeeld: signaal −65 dBm en ruis −95 dBm levert een SNR van 30 dB. Een hoge SNR maakt hogere modulatiesnelheden en stabielere verbindingen mogelijk; een lage SNR veroorzaakt pakketverlies, lage snelheden en haperingen. SNR is dus vaak bepalender voor gebruikerservaring dan alleen ‘hoe sterk’ het signaal is. Een stil spectrum (lage ruisvloer) kan met een matige signaalsterkte toch goed presteren.

Richtwaarden voor kwaliteit (Wi‑Fi en mobiel)

Wi‑Fi (indicatief):

  • Signaalsterkte: −30 tot −50 dBm = uitstekend; −51 tot −67 dBm = goed (geschikt voor bellen/video); −68 tot −70 dBm = redelijk; −71 tot −80 dBm = matig; onder −80 dBm = instabiel.
  • SNR: >40 dB = uitstekend; 25–40 dB = goed; 10–25 dB = matig; <10 dB = slecht.

De ruisvloer ligt vaak rond −90 tot −100 dBm op 5/6 GHz en is hoger (slechter) op 2,4 GHz.
Mobiele netwerken gebruiken vergelijkbare principes met andere namen: RSRP (signaal, in dBm) en SINR (vergelijkbaar met SNR). Richtwaarden: RSRP beter dan −90 dBm = goed; −90 tot −100 dBm = redelijk; <−100 dBm = zwak. SINR >20 dB = uitstekend; 13–20 dB = goed; 0–13 dB = matig; <0 dB = slecht.

Meten in de praktijk: tools en aanpak

Meten kan via de beheerpagina van je router of met wifi‑analyzers op laptop of smartphone. Loop langzaam door de ruimte en noteer per plek de dBm‑ en SNR‑waarden. Meet op drukke momenten en herhaal metingen om pieken en dalen te zien. Voor mobiele netwerken kun je toestel‑ of routerdiagnostiek gebruiken om RSRP/SINR te lezen; een speedtest geeft indruk van de ervaring, maar verklaart niet ‘waarom’ het snel of traag is.
Tip: meet per verdieping en per belangrijke werkplek. Kijk ook naar kanaalbezetting en de ruisvloer. Eén meetpunt zegt weinig; een klein kaartje met meerdere punten onthult patronen (bijv. muren, interferentiebronnen).

Verbeteren van signaal en SNR: best practices

Begin met plaatsing: zet access points centraal, hoger en vrij van obstakels. Vermijd inbouwen in kasten of naast metalen objecten. Gebruik bij voorkeur 5 GHz (of 6 GHz als beschikbaar) voor hoge capaciteit, en beperk 2,4 GHz tot waar bereik nodig is. Kies in 2,4 GHz alleen kanalen 1, 6 of 11 en houd kanaalbreedte daar op 20 MHz om overlap te voorkomen. In 5/6 GHz kun je breder gaan, mits de buren en belasting dat toelaten.
Verminder ruis en interferentie: herplaats of vervang stoorzenders (babyfoons, draadloze camera’s, magnetrons), update firmware, gebruik kwalitatieve bekabeling en overbrug lange afstanden bedraad. Voor mobiel: zet routers dichter bij een raam, gebruik goedgekeurde externe antennes en richt ze zorgvuldig. Voeg waar nodig extra access points of small cells toe voor capaciteit in plaats van enkel het zendvermogen te verhogen.

Veelgemaakte misverstanden en valkuilen

dBm versus dB verwarren: dBm is een absoluut vermogen, dB een relatieve verhouding. ‘Meer streepjes’ betekent niet automatisch een goede SNR; een hoge ruisvloer of druk kanaal kan de performance alsnog beperken. Alleen het zendvermogen opschroeven vergroot vaak de reikwijdte van storingen en kan roaming verergeren. Verder: kanaaloverlap negeren, te brede kanalen in 2,4 GHz, access points verkeerd plaatsen, en aannemen dat encryptie‑instellingen of QoS de fysische laagproblemen oplossen. Optimaliseer eerst signaalpad, ruisvloer en kanaalplanning; dán pas fine‑tunen.

FAQ

Veelgestelde vragen

Antwoorden op de meest gestelde vragen over dit onderwerp

Professionele WiFi Ondersteuning Nodig?

Wil je zeker weten waar je winst pakt? Plan een snelle meting en netwerkcheck. We leveren een helder rapport met dBm/SNR‑kaart en concrete verbeterstappen.

VERDER LEZEN

Aanbevolen artikelen

Meer expert kennis over enterprise WiFi optimalisatie

1