Veelgemaakte fouten bij het aanleggen van een zakelijk wifi-netwerk

Een wifi-netwerk dat ‘overal streepjes’ laat zien, is niet per se een goed netwerk. In bedrijfsomgevingen draait het om capaciteit (hoeveel gelijktijdige gebruikers en toepassingen), stabiliteit en voorspelbare prestaties. Dikke muren, veel apparaten per ruimte, IoT-sensoren en vergadertools vragen om doordacht ontwerp. Een veelgemaakte fout is te ontwerpen op maximale signaalsterkte, terwijl de echte bottleneck vaak in de ether zit: te weinig beschikbare airtime doordat meerdere access points (AP’s) en clients elkaar in de weg zitten. Ontwerp daarom op gebruiksscenario’s en benodigde throughput, niet alleen op ‘dekking’ op de plattegrond.

Ad‑hoc inkopen van consumentenapparatuur leidt vaak tot inconsistent beheer, beperkte functies en ontbrekende updates. Kies voor enterprise‑grade AP’s met centrale controller of cloudbeheer, zodat je kanaalplanning, vermogen, firmware en beveiliging uniform kunt aansturen. Meng niet lukraak verschillende merken in hetzelfde ESSID; functies als band steering, roaming en RRM werken dan minder goed. Let op PoE‑budget, bekabelingskwaliteit (Cat6/6A) en backhaul (switching/uplink), want ook daar kan de bottleneck zitten. Documenteer configuraties, houd versies bij en monitor proactief: zie afwijkingen in clientervaring liever in je dashboard dan via klachten.

Een sterke radio‑laag is pas compleet met goede security. Gebruik waar mogelijk WPA3 en 802.1X (RADIUS) voor zakelijke SSID’s, met rol‑ of groepsgebaseerde policies. Voor gasttoegang kies je een apart, geïsoleerd VLAN met captive portal en strikte internet‑only regels. Vermijd gedeelde ‘PSK’s’ voor personeel; verlies je de sleutel, dan moet alles om. Segmenteer het netwerk logisch (bijv. medewerkers, gasten, IoT) en pas minimaal noodzakelijke toegang toe. Schakel verouderde standaarden en lage datasnelheden (zoals 802.11b) uit om overhead en aanvalsvectoren te beperken.

Haperende Teams‑ of Zoom‑calls komen vaak door slechte roaming. Help clients met 802.11k (neighbor reports), 802.11v (BSS transition) en 802.11r (fast transition) als jouw devicevloot dat ondersteunt. Stel minimum datasnelheden in om ‘sticky clients’ te ontmoedigen, en balanceer banden (2,4/5/6 GHz) zonder gebruikers te forceren op drukke kanalen. Voor voice en real‑time apps helpt het prioriteren van verkeer (QoS/WMM) en het beperken van multicast/broadcast. Test altijd met representatieve apparaten: laptops, smartphones, barcode‑scanners en vergaderhardware gedragen zich elk anders.

1. Inventariseer eisen: aantallen gebruikers, apps, devices, ruimten, compliance.
2. Voer een (predictive) ontwerp en een site survey uit; bepaal AP‑locaties, kanaalplan, kanaalbreedte en vermogen.
3. Implementeer met goede bekabeling en PoE, houd SSID’s beperkt en segmenteer met VLAN’s.
4. Configureer security (WPA3/802.1X), roaming‑opties (k/v/r) en schakel legacy‑rates uit waar mogelijk.
5. Validatie: meet dekking, SNR, roaming en laadtests in piekscenario’s.
6. Monitor en optimaliseer: firmware‑beheer, RRM‑tuning, capacity reviews en periodieke her‑site‑surveys bij verbouwingen of groei.